Nieuws / Informatie
Hier vindt u nuttige informatie en nieuwsgerelateerd aan de koeltechnische sector
Hier vindt u nuttige informatie en nieuwsgerelateerd aan de koeltechnische sector
Uitfasering koudemiddelen
De feiten:
Op 20 mei 2014 is de nieuwe F-gassenverordening (EU) nr. 517/2014 gepubliceerd in het officiële blad van de Europese unie.
De verordening is in werking getreden op 9 juni 2014 en is reeds van toepassing met ingang van 1 januari 2015 in alle 28 Europese lidstaten. De eerdere verordening (EG) nr. 842/2006 is ingetrokken met ingang van 1 januari 2015.
Doel van de verordening is het milieu te beschermen door de uitstoot van gefluoreerde broeikasgassen te verminderen. De voor onze sector al jaren bekende uitvoeringsverordeningen 1493/2007 (verslag producten), 1494/2007 (etikettering), 1516/2008 (lekcontrole), 303/2008 (wederzijdse erkenning) en 308/2008 (opleiding/certificering) blijven van kracht tot het moment dat de Europese Commissie deze zal herzien.
Er zijn een aantal momenten (2017, 2020, 2022) van evaluatie vastgelegd waardoor de Europese Commissie de effecten van de F-gassenverordening evalueert en rapporteert.
Hierbij worden verschillende stakeholders betrokken in een zogenaamd consultatie forum. Hierin worden installateurs en leveranciers bij voorkeur vertegenwoordigd door Europese koepelorganisaties als AREA en EPEE.
In de praktijk:
De belangrijkste zaken in de nieuwe verordening zijn:
Terugfaseringsschema:
De kern van de nieuwe F-gassenverordening is een geleidelijke afbouw van het op de markt brengen van HFK’s (GWP>150) volgens een zogenaamd “terugfaseringsschema”. In dit schema wordt het op de markt brengen van HFK’s teruggebracht van 100% in 2015 naar 21% in 2030.
Het volledige schema is:
2015 : 100%
2016-2017 : 93%
2018-2020 : 63%
2021-2023 : 45%
2024-2026 : 31%
2027-2029 : 24%
2030 : 21%
Quotumregeling:
Er wordt een quotumsysteem ingevoerd waarbij importeurs/fabrikanten quota krijgen toegewezen op basis van het gemiddelde van de door hun gerapporteerde hoeveelheden HFK’s die zij op de markt hebben gebracht tussen 2009 en 2012. Deze quota betreffen niet het aantal absolute kg koudemiddel maar het CO2-equivalent hiervan.
Voorbeeld:
1 kg R134A komt overeen met 1430 kg CO2. Quota worden geregistreerd in een door de Europese Commissie op te zetten elektronisch register.
Verkoop koudemiddelen:
HFK-koudemiddelen mogen alleen nog worden verkocht aan en ingekocht door gecertificeerde bedrijven. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor leveranciers en installateurs. Leveranciers hebben de verplichting om te registreren aan wie HFK-koudemiddelen zijn verkocht en dienen deze administratie 5 jaar te bewaren en op verzoek beschikbaar te stellen aan bevoegd gezag.
Bijvulverbod:
Een van de extra maatregelen is het verbod op bijvullen van koelinstallaties die gevuld zijn met een HFK met een GWP groter dan 2500 (zoals R404A en R507A).
Dit ziet er als volgt uit:
Per 01-01-2020: Bijvulverbod voor installaties met een nieuw geproduceerd HFK koudemiddel met een GWP>2500.
Tot 01-01-2030: Bijvullen toegestaan met geregenereerd/gerecycled HFK koudemiddel.
Geldt niet voor installaties met een koudemiddelinhoud <40 ton CO2-equivalent (lees circa <10 kg R507A/R404A). Geldt niet voor militaire apparatuur. Geldt niet voor vriestoepassingen die met een temperatuur werken lager dan -50°C. De regels voor gerecyclede HFK-koudemiddelen (GWP>2500) zijn overigens gelijk aan de regels zoals we die kenden voor het bijvullen met gerecyclede R22. Gerecyclede HFK’s (GWP>2500) mogen alleen worden gebruikt in de installaties van de eigenaar waaruit deze zijn teruggewonnen of door de partij die deze heeft teruggewonnen.
Voorgevulde installaties/apparaten:
Er is geen verbod op het in de fabriek voorvullen van apparatuur/installaties opgenomen.
Wel zijn de producenten gebonden om voorgevulde apparaten/installaties te registreren en te voorzien van een conformiteitsverklaring. Ook worden koudemiddelen die zijn voorgevuld, opgenomen in het quotum-systeem.
Tevens mogen voorgevulde apparaten/installaties alleen nog worden verkocht aan gecertificeerde bedrijven of aan eindgebruikers die kunnen bewijzen dat de installatiewerkzaamheden worden uitgevoerd door een gecertificeerd bedrijf.
Nieuwbouw verboden:
Om de terug-fasering extra kracht bij te zetten zijn er een aantal verboden in de verordening opgenomen voor het nieuw op de markt brengen (nieuwbouw) van apparaten en installaties. Dit zijn:
Per 01-01-2015 : Huishoudelijke koel- en vrieskasten GWP>150.
Per 01-01-2020 : Hermetisch gesloten commerciële koel- en vrieskasten GWP>2500.
Per 01-01-2022 : Hermetisch gesloten commerciële koel- en vrieskasten GWP>150.
Per 01-01-2020 : Stationaire koel- klimaatapparatuur/installaties GWP>2500.
Per 01-01-2022 : Centrale koelsystemen voor commerciële koeling (retail en food)
met een koelvermogen >40 kW en een GWP>150. Dit geldt niet voor cascadesystemen, hierbij mag het primaire circuit gevuld zijn met een GWP<1500.
Per 01-01-2020 : Mobiele hermetisch gesloten airco’s GWP>150.
Per 01-01-2025 : Single splitairco’s met een GWP>750.
Frequentie lekcontroles wijzigt ingrijpend:
De frequentie van het aantal lekcontroles zijn gewijzigd per 01-01-2015 en is niet meer gebaseerd op het aantal kg koudemiddelinhoud maar op basis van de equivalente inhoud uitgedrukt in tonnen CO2.
Het nieuwe schema ziet er als volgt uit:
5-50 ton CO2-equivalent : 1x per 12 maanden.* (was 3-30 kg koudemiddel).
50-500 ton CO2-equivalent : 1x per 6 maanden.* (was 30-300 kg koudemiddel).
>500 ton CO2-equivalent : 1x per 6 maanden + verplicht lekdetectiesysteem. (was >300 kg koudemiddel).
*Voor installaties (5-500 ton) welke zijn voorzien van een lekdetectiesysteem wordt deze frequentie gehalveerd.
Dit betekent dat de installaties met een kleine hoeveelheid koudemiddel met een hoog GWP, die in de oude verordening niet hoefden te worden gecontroleerd op lekkage, sinds 1 januari 2015 wel moeten worden gecontroleerd.
Voorbeeld:
Een installatie met 13 kg R507A (GWP 3985) heeft een inhoud van 51,8 ton CO2-equivalent (13x 3,985) en moest in de oude situatie maar 1 keer per jaar te worden gecontroleerd.
Een installatie met 7,3 kg R32 (GWP675) moest wel, maar hoeft sinds 1 januari 2015 niet meer te worden gecontroleerd.
Voor installaties met een koudemiddelinhoud <3 kg was er een overgangstermijn ingesteld en is deze maatregel (op basis van CO2-equivalent) ingegaan per 1 januari 2017.
Lekdetectiesystemen:
Installaties welke zijn gevuld met een HFK-koudemiddelhoeveelheid >500 ton CO2-equivalent dienen reeds vanaf 1 januari 2015 te zijn voorzien van een lekdetectiesysteem. Dit systeem dient bovendien elke 12 maanden te worden gecontroleerd op goed functioneren.
Logboeken:
Voor het logboek of apparatuurregister geldt dat alle lekcontroles moeten worden geregistreerd. Dit betekent dat ook de ondergrens voor het verplicht bijhouden van een logboek reeds per 01-01-2017 veranderd is van >3 kg naar >5 ton CO2-equivalent. De gegevens vanuit de logboeken moeten zowel bij de eigenaar als bij de installateur 5 jaar worden bewaard.
Kenplaten:
Vanaf 1 januari 2017 moet nieuw op de markt geplaatste apparatuur/installaties worden voorzien van kenplaten/etiketten die naast het type koudemiddel en de hoeveelheid in kg ook de GWP van het koudemiddel en de hoeveelheid CO2-equivalent bevatten (in de taal van het land waar het op de markt wordt gebracht).
Als het een hermetisch gesloten apparaat betreft, moet dit ook worden vermeld.
Beste (toekomstige) klant,
Van alle koudemiddelen in koeltechnische installaties in Nederland draait een aanzienlijk deel op koudemiddelen die reeds niet meer of in de nabije toekomst niet meer verhandeld mogen worden, wellicht ook bij u. Voor deze koudemiddelen geldt een strikt afbouwschema.
Onder andere de volgende koudemiddelen worden of zijn reeds verboden: R12, R22, R401A, R402A, R402B, R404A, R408A, R409A en R409B.
Hoog tijd dus om uw opties even te bekijken.
Optie 1: U laat uw bestaande installatie retrofitten
Een simpele retrofit (indien mogelijk voor uw huidige installatie), volledig conform de huidige Europese Regelgeving. Dit is tevens de meest economische oplossing. Het retrofitten neemt namelijk veel minder tijd in beslag, wat er weer voor zorgt dat productie/productiviteit van uw bedrijf minder lang stil ligt.
Optie 2: U beslist om in een nieuwe installatie te investeren
Nieuwe installaties worden ontworpen om met de wettelijk toegestane koudemiddelen te functioneren. U zit meteen goed.
Optie 3: U laat uw bestaande installatie ombouwen
Deze oplossing is duurder dan optie 1 maar is soms nodig omwille van rendementsproblemen.
Optie 4: U doet niets aan uw bestaande installatie!
Zolang er geen lekkage van koudemiddel plaatsvindt, kunt u inderdaad uw installatie behouden. Dit houdt echter een enorm risico in, omdat ten tijde van een storing er geen accute oplossing zal zijn om uw installatie weer snel draaiend te hebben.
Dit houdt overigens niet in dat u afstand moet doen van uw installatie. Zolang er geen incidenten aan de installatie plaatsvinden, waarbij het koudemiddelcircuit open moet kan de installatie in bedrijf blijven tot het einde van zijn levensduur. Vindt er echter wel een dergelijk incident plaats dan zal optie 1, 2 of 3 van kracht worden en bent u niet verzekerd van een acute oplossing voor uw installatie.
Gevolg : uw installatie staat stil met alle economische risico’s vandien !
WACHT DAAROM NIET TOT HET TE LAAT IS EN LAAT U ADVISEREN.
Wanneer bent u wettelijk verplicht om uw koeltechnische installatie te laten onderhouden?
Sinds 1-1-2015 wordt de wettelijk verplichte onderhoudsinterval bepaald op basis van het CO2-equivalent. Het CO2-equivalent berekent
u door de GWP (Global Warming Potential) van een koudemiddel te vermenigvuldigen met de gebruikte hoeveelheid. Elke koelinstallatie is verplicht een kenplaat te bavatten waar deze gegevens op vermeld staan.
CO2-equivalent: Aantal controles per jaar:
5 – 50 ton CO2-equivalent : 1 x per jaar
50 – 500 ton CO2-equivalent : 2 x per jaar
> 500 ton CO2-equivalent * : 4 x per jaar
* automatische lekdetectie verplicht
Weet u niet zeker of uw installatie onder de wettelijke onderhoudsplicht valt, neem dan vrijblijvend contact met ons op en wij kunnen het u vertellen. Uiteraard is het altijd aan te bevelen om uw installatie te laten onderhouden voor een langere economische levensduur, hoog blijvend rendement en een goede hygiëne.
Waarom is een airconditioning van de bouwmarkt zoveel goedkoper?
De kleinere airconditioning systemen zijn tegenwoordig ook in bouwmarkten te vinden. Vaak zijn deze systemen goedkoper en komen veelal uit China maar bieden nadelen ten opzichte van de A merken airconditioners die Wiko Dongen verkoopt. Een vaak gehoord argument is: “hij wordt toch ook koud”. Dit klopt, echter is het stroomverbruik en geluidsniveau vaak hoger ( ook al staat dit in de technische gegevens op de brochure vermeld als zuinig, vaak worden de brochure waardes opgegeven die in ideale testlocaties behaald zijn en niet overeen komen met ruimtes in de praktijk). De gebruikte materialen zijn over het algemeen van beduidend lagere kwaliteit, bij een defect zijn onderdelen vaak niet te krijgen en wordt geadviseerd de gehele installatie te vervangen. Het comfort van de inverter/warmtepomp van A merken is merkbaar hoger. Volgens de wet mag elke koeltechnische installatie enkel aangesloten en in bedrijf gesteld worden door F-gassen gediplomeerde monteurs (ook als de airco snelkoppelingen bevat), vaak is in de kleine letters ook te vinden dat de garantie vervalt indien dit niet aantoonbaar gebeurd is.
Freon, koudemiddel, cfk of hfk slecht voor het milieu?
Aanvankelijk werd als koudemiddel ammoniak, zwaveldioxide of methylchloride gebruikt, later veelal chloorfluorkoolstofverbindingen (CFK’s) zoals Freon R12, R22, R502. Toen men zich bewust werd van de schadelijke werking hiervan op de ozonlaag zijn deze verboden. Er is gezocht naar alternatieven. Tegenwoordig wordt daarom gebruik gemaakt van andere moderne koudemiddelen, HFK’s waterstoffluorkoolstofverbindingen zoals R32 en alkanen zoals propaan. De nu nog alom gebruikte term “freon” voor koudemiddelen is sinds de invoering van de HFK’s niet meer correct.
Echter dient er nog steeds zorgvuldig met deze koudemiddelen omgegaan te worden. Zo moet elk lek gedicht worden en bij demontage dient het koudemiddel teruggewonnen te worden door een erkend koeltechnisch installateur en op professionele wijze vernietigd te worden door bedrijven die hiervoor gecertificeerd zijn.
Ook op elektrotechnisch gebied is er door de jaren heen veel veranderd wat het milieu ten goede komt. Zo worden er continu betere technieken ontwikkeld om het energieverbruik van een koelinstallatie te verlagen. Door verandering in gebruikte elektrotechnische en koeltechnische componenten kan het rendement van een koelinstallatie verhoogd worden.
Een duidelijk voorbeeld is een airco met warmtepomp die indien juist geselecteerd zuiniger in verbruik is bij het verwarmen van een ruimte dan een elektrische of gasgestookte verwarming. Dit resulteert in een lagere CO2-uitstoot.
Beknopte werking koeltechniek / warmtepomp?
Koelmachine of warmtepomp.
Thermodynamische warmtepompen en koeltechniek cycli zijn de wiskundige modellen voor warmtepomp-
en koelmachines. Het verschil tussen de twee is dat een warmtepomp gemaakt is
om iets op te warmen of warm te houden terwijl een koelmachine gemaakt is om
iets af te koelen. In essentie is een koelmachine ook een warmtepomp.
Het “hart” van een koelinstallatie is een warmtepomp (de compressor): de koelende werking
berust op de verdamping van een vloeistof middels een inspuiting in de verdamper door het vernevelen
van de vloeistof, waarbij verdampingswarmte aan de omgeving wordt onttrokken.
Hierdoor wordt een product of ruimte koeler. De damp wordt in een compressor
weer samengeperst en daarna vloeibaar gemaakt onder het vrijkomen van warmte,
die via een warmtewisselaar of buizenstelsel in de vorm van een condensor aan de omgeving wordt afgegeven.
Als we nu dit systeem omkeren met behulp van regelapparatuur
in de koelinstallatie creëren we een warmtepomp installatie waar de warmte
(energie) die onttrokken wordt uit bijvoorbeeld de buitenlucht juist gebruikt wordt om bijvoorbeeld lucht te
verwarmen in een woonruimte middels een luchtwisselaar of vloeistof middels een platenwisselaar.
Voorbeelden van toepassingen hierin zijn: airconditioning met warmtepomp,
vloerverwarming en warmwater boilers.